De drie behandelmogelijkheden, uit de richtlijnen voor internisten

 

Voor de behandeling van patiënten met Graves’ hyperthyreoïdie zijn 3 therapeutische opties beschikbaar: medicamenteuze behandeling met thyreostatica, behandeling met radioactief jodium en chirurgische therapie. Voor welk van deze 3 opties gekozen wordt, dient in overleg met de patiënt te geschieden. In Europa worden verreweg de meeste patiënten primair met thyreostatica behandeld, doch in de Verenigde Staten is primaire behandeling met radioactief jodium of chirurgie ook een frequent gekozen optie. Er is slechts 1 prospectieve, gerandomiseerde studie uitgevoerd, die de 3 behandelingen met elkaar vergeleken heeft voor wat betreft de kwaliteit van leven na de behandeling. Er werden geen verschillen in kwaliteit van leven gevonden tussen de behandelmodaliteiten na 3 jaar follow-up (Ljunggren 1998). Het belangrijkste argument om bij de ziekte van Graves primair te kiezen voor behandeling met thyreostatica is dat ongeveer 25-50% van de patiënten na behandeling met thyreostatica gedurende 12 tot 18 maanden, na stoppen van de medicatie gedurende langere tijd in remissie blijft met een aanzienlijk kleinere kans op hypothyreoïdie dan na behandeling met radioactief jodium en operatie (Pearce 2006).  

En verderop staat: 

Chirurgische behandeling is een goede optie bij patiënten met een groot struma, zeker wanneer er ook sprake is van een Graves’ ophthalmopathie. 

En in de aanbevelingen is te lezen: 

Bij de meeste patiënten met een Graves’ hyperthyreoïdie wordt als primaire therapie behandeling met thyreostatica geadviseerd. Bij patiënten met een ernstige  Graves’ hyperthyreoïdie en/of een groot struma en bij patiënten met een hoge titer aan TSH-receptor antilichamen moet primair therapie met radioactief jodium of chirurgie worden overwogen. De keus tussen radioactief jodium en chirurgie dient dan samen met de patiënt te worden gemaakt. 

En in de samenvatting van de richtlijnen voor internisten staat:  

Chirurgische behandeling

 

Absolute indicaties voor chirurgische behandeling van hyperthyreoïdie (d.w.z. radioactief jodiumbehandeling is geen alternatief):

·       Hyperthyreoidie in combinatie met een verdachte of maligne nodus

·       Noodzaak tot snel ingrijpen, bij ernstige mechanische bezwaren of (zeldzaam) bij grote bloedflow door de schildklier die tot ernstige shunting leidt

·       Therapieresistentie voor thyreostatica en radioactief jodium (zeldzaam).

Overige indicaties voor chirurgische behandeling van hyperthyreoïdie (d.w.z. radioactief jodiumbehandeling als alternatief overwegen):

·       Ernstige allergische reactie op of intolerantie van thyreostatica

·       Toxisch multinodulair struma of autonome toxische nodus

·       Ziekte van Graves: in geval van ernstige hyperthyreoïdie, groot struma of persisterende hyperthyreoïdie na 12-18 maanden behandeling met thyreostatica.

 

Chirurgie voor hyperthyreoїdie dient te worden uitgevoerd door chirurgen met een specifieke belangstelling en ervaring in schildklierchirurgie. Gezien de lage frequentie van thyreoidectomie voor hyperthyreoїdie wordt aanbevolen naar een chirurg te verwijzen, die minimaal 10-15 schildklieroperaties per jaar verricht.

 

In de behandelprotocollen van huisartsen staat hetzelfde. Uit bovenstaande kun je zelf informatie halen en samen met je arts  een keuze maken voor de behandeling die het beste bij jou past en die de meeste kans geeft op genezing. In mijn Graves-Story beschrijf ik dat ik de behandeling met medicijnen heb gevolgd. Deze kuur heb ik bijna anderhalf jaar gevolgd. De tijdsduur was afhankelijk van de behandeling van mijn Graves-ogen, meestal wordt na een jaar gestopt, om te zien wat de schildklier gaat doen. Na het stoppen met medicijnen heeft mijn schildklier de draad niet meer opgepakt en werd ik langzamerhand hypothyreood en moest ik opnieuw schildklierhormoon gaan slikken om het tekort aan te vullen.